'Tim hoeft zich niet ongerust te maken.' - opinie Raf De Weerdt

maandag, 20 April 2020
Nieuws

Spectaculair nieuws in De Morgen en het HLN dit weekend, Tim ontvangt tijdens een maand met tijdelijke werkloosheid meer dan in een maand wanneer hij gewoon gaat werken, nl. 350 euro. Spectaculair, maar niet helemaal correct.

Het loonpakket van Tim zoals voorgesteld in het artikel bestaat uit vier onderdelen: het loon, bijdrage van de staat, premie werkgever en de Vlaamse energiepremie. Dit alles wordt afgezet tegenover een maandelijks loon van 2.174 euro.

Eerste vaststelling: Tim mag zich gelukkig prijzen om minstens twee redenen, ook twee redenen die hem eerder de uitzondering maken dan de regel.

  • Tim is slechts deeltijds tijdelijk werkloos, dit maakt dat hij nog een behoorlijk loon verwerft. Voor diegenen die minder fortuinlijk zijn en volledig terugvallen op een uitkering tijdelijke werkloosheid schommelt de uitkering tussen de 1.100 en 1.500 euro netto per maand, geen overdreven bedragen.
  • De tweede reden is dat Tim geluk heeft dat zijn werkgever een deel bijpast, ook dit is eerder uitzonderlijk. Slechts 1 op de 10 werkgevers doet dit.

Dit toont in ieder geval al aan dat De Morgen en het HLN goed gezocht hebben om iemand te vinden die aan deze voorwaarden voldeed, maar dat dit absoluut niet veralgemeend kan worden.

Onze sociale zekerheid is wel degelijk een noodzakelijke buffer op momenten dat werknemers het moeilijk hebben, daarvoor is er het systeem van tijdelijke werkloosheid voorzien. Het laat immers toe dat de werknemer verbonden blijft aan zijn bedrijf en dat wanneer de activiteiten hernemen de werknemer terug aan de slag kan.

Tweede vaststelling: professor Baert geeft aan dat werk meer moet lonen dan niet werken. We zouden kunnen zeggen dat dit het stokpaard is van de professor. De keuze die Tim geboden werd was niet tussen werken en niet-werken voor de betrokken periode. Tim kon kiezen tussen tijdelijke werkloosheid of verplicht vakantie nemen! Toch een klein verschil.

Ten gronde krijgt Tim te veel? Op het eerste zicht lijkt dit zo. Als we de situatie iets grondiger bekijken komen we echter tot een andere vaststelling.

Doordat Tim nog een behoorlijk inkomen verwerft, zal hij bij de afrekening van de belastingen in 2021 op zijn uitkering nog een deel bijkomende belastingen moeten betalen. Voor een uitkering tijdelijke werkloosheid wordt slecht 27% bedrijfsvoorheffing afgehouden. Wanneer de uitkering samengevoegd wordt met zijn loon, zal de uitkering in de hoogste belastingschaal van 50% terecht komen. Op de 421 euro zal hij nog 132 euro bijkomende belastingen betalen, in feite is de 421 euro dus ‘slechts’ 289 euro. En zelfde redenering gaat op voor de premie van de werkgever 177 euro wordt zo 122 euro.

Tel deze twee bedragen op bij het loon van Tim en hij ontvangt voor deze maand met tijdelijke werkloosheid 2.136 euro of minder dan voordien!

Het verschil wordt voornamelijk verklaard door de eenmalige Vlaamse energiepremie. Het is niet echt eerlijk om een eenmalige premie bij een maandbedrag te tellen. Indien Tim in mei in eenzelfde situatie terecht komt, zal hij dit bedrag niet langer verwerven. Daarnaast kunnen wij als vakbond ook enkel maar vaststellen dat de voorwaarden om de Vlaamse energiepremie te verwerven weinig verfijnd en doordacht zijn. Dat de verschillende beleidsniveaus onderling hun beleid nauwelijks op mekaar afstemmen is ook hier weer aangetoond.

Aangezien de inkomsten die Tim verwerft van zijn werkgever en de uitkering tijdelijke werkloosheid het initiële loon niet overtreffen, moet de aangehaalde kritiek duidelijk niet gericht worden aan de beheerders van de sociale zekerheid.

Raf De Weerdt

federaal secretaris ABVV