Re-integratieparcours van langdurig zieken: een kosteloze ontslagmachine

woensdag, 31 Januari 2018
Pers

De vandaag verspreide studie van IDEWE onderstreept de inefficiëntie van de nieuwe wet over de re-integratie van langdurig zieken. Deze studie bevestigt de vrees en de analyses van de vakbonden. Al maandenlang klaagt het ABVV de oneigenlijke effecten aan van deze maatregel die in de feiten het ontslag wegens medische overmacht vergemakkelijkt (geen uitkering, geen opzeg).

Deze vaststelling en deze bezorgdheid werden trouwens al verschillende malen meegedeeld, meer bepaald in de NAR en aan de bevoegde ministers, de minister van Volksgezondheid, Maggie De Block en de minister van Werk, Kris Peeters.

De weg ligt open voor ontslagen

Alleen al tijdens de eerste 6 maanden van 2017, hebben de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk meer dan 6.600 dossiers van zieke werknemers behandeld. Voor slechts 12% van hen, heeft de procedure geleid tot de beslissing dat een aangepast werk binnen de onderneming mocht worden gezocht. In 65% van de gevallen werd de zieke werknemer beschouwd als definitief ongeschikt voor het overeengekomen werk.

De overgrote meerderheid van de werknemers werden ontslagen wegens medische overmacht (van 80% tot 60% naargelang de externe dienst).

Ontslag wegens medische overmacht?

Uiteraard zijn de gevolgen voor de werknemers rampzalig en onaanvaardbaar. Voor het overgrote deel van de personen die een re-integratieparcours zijn gestart, is dit immers uitgemond in een ontslag zonder vergoedingen en zonder vooropzeg!

Ver verwijderd van de initiële doelstelling

De sociale gesprekspartners evalueren momenteel de toepassing en de gevolgen van deze nieuwe wetgeving in de NAR. Voor het ABVV moet de doelstelling duidelijk en ondubbelzinnig zijn. We zijn van mening dat het wetgevend kader de zieke werknemers die het werk willen hervatten, moet begeleiden maar niet mag gebruikt worden als een kosteloze ontslagmachine. Het gaat om zieke werknemers, dus werknemers in een kwetsbare situatie. Precies daarom moet het wettelijke kader een gepaste en uitvoerige begeleiding van de zieke werknemer mogelijk maken om de gepaste omstandigheden te creëren voor de re-integratie wanneer de betrokken werknemer dit wenst.

Omdat deze voorwaarden niet vervuld zijn, hebben wij in oktober 2017 bij minister Peeters en bij minister De Block gepleit voor een tijdelijk uitstel naar een latere datum (in plaats van 1 januari 2018) van de toepassing van deze regelgeving. Uitstel ook voor die werknemers die al van vóór 1 januari 2016 arbeidsongeschikt zijn. En dit in afwachting van de evaluatie die bezig is in de NAR.

Maar zoals gewoonlijk had ook nu de regering-Michel geen oren naar de werknemers, terwijl meer dan 300.000 werknemers al van vóór 1 januari 2016 arbeidsongeschikt zijn en dus mogelijks betrokken partij zijn.