‘Ernstig blijven’? Het draait allemaal om zekerheid.

dinsdag, 25 September 2018
Nieuws

Federaal ABVV-secretaris Raf De Weerdt gaat niet akkoord met de manier waarop prof. Stijn Baert (UGent) het pleidooi van een groep economen over de toename van werkloosheidsuitkeringen in de tijd probeert af te schieten.

Beste professor Baert, ik ben het even gaan opzoeken voor jou. Volgens het etymologisch woordenboek, komt ‘zekerheid’ van het Latijnse securus, wat zoveel betekent als ‘geen zorgen hebbend; veilig, beschermd’. Het is juist daar waar het hele debat (De Tijd, 24 september) over de degressiviteit van de werkloosheidsuitkering om draait: zekerheid. En niet over de ‘ernst’ van economen die vanuit dezelfde data tot een verschillende conclusie komen.

Het valt op: je vergeet het een en ander te vermelden (De Tijd, 25 september). Het is gewoon zo dat mensen die langdurig werkzoekende zijn, vaak geen werk vinden omdat er voor hen gewoonweg géén passende jobs beschikbaar zijn (wat deze regering ook mag beweren). Langdurig werklozen zijn vaak laaggeschoold en leven in armoede. Achter al deze cijfers zitten, zoals je ongetwijfeld weet, mensen, gezinnen, alleenstaanden met kinderen wiens kansen aanzienlijk verminderen op de arbeidsmarkt. Hun uitkering verlagen, zoals de regering wil, gaat hen absoluut niet helpen.

Zekerheid

Het draait allemaal om zekerheid. Dit concept is dé kerngedachte van wat we vandaag verstaan onder ‘sociale zekerheid’, een prachtig systeem dat na de Tweede Wereldoorlog werd afgesproken om mensen bij te staan wanneer het even tegenzit (door ziekte, werkloosheid, en dergelijke meer).

Waarom prachtig? Omdat het voorkomt dat iemand, bovenop het loutere feit dat hij zijn werk verliest, ook nog eens financieel getorpedeerd wordt. Een vervangingsinkomen zorgt dat werknemers niet tot de bedelstaf worden veroordeeld.

Onze sociale zekerheid is georganiseerd volgens het verzekeringsprincipe: een grote groep draagt bij en een beperkte groep maakt er gebruik van. Net zoals bij een brandverzekeringen moet je je gelukkig prijzen dat je er tegenover je bijdrage geen tegemoetkoming staat, wat zoveel betekent als weinig of geen tegenslag.

Net zoals bij eender andere verzekering zijn er natuurlijk wel regels. Je hebt niet zomaar recht op een werkloosheidsuitkering. Je moet voldoende dagen gewerkt hebben vooraleer je mag toetreden tot het systeem. Vervolgens moet je je ook tijdens je werkloosheid beschikbaar stellen en actief op zoek gaan naar werk. Dit is logisch. Zoals het begrip werkzoekende aangeeft, is het zo dat iemand slechts in het systeem kan blijven als hij effectief op zoek is naar werk en bereid is om passend werk op te nemen.

Motivatie

Beeld je even het volgende in. Na 25 jaar gewerkt te hebben bij een kmo, word ik werkloos doordat de werkgever ermee ophoudt. Ik ben vanaf dan een werkzoekende die op zeer regelmatige basis solliciteert (niet altijd antwoord krijgt van de werkgever), maar het wil niet echt vlotten. Dezelfde VDAB-medewerker waarover je het hebt, geeft mij tips en ik ga daarop in. Kortom: ik doe mijn best. Toch vind ik geen passende betrekking binnen de zes maanden. Ik draag al zeer lang bij aan het systeem, maar toch zal mijn vervangingsinkomen dalen. Dit is zeer onrechtvaardig. Ik doe mijn best, maar word gestraft omdat mijn inspanningen geen resultaat opleveren. Weg zekerheid. Dit motiveert mij helemaal niet, integendeel.

Straffen

Beste professor, je neemt, net zoals veel anderen (met de regering op kop) het basisprincipe achter ons sociaal zekerheidssysteem niet meer in ogenschouw. Het draait voor jullie niet langer om zekerheid, maar om straffen. Werkzoekenden moeten worden ‘geprikkeld’ (lees: bestraft) als ze te lang werkzoekend zijn. De nadruk ligt zo op de individuele verantwoordelijkheid, van zij die ‘niet genoeg hun best doen’.

Wij delen deze visie absoluut niet. De werkzoekende die beroep doet op een sociale verzekering heeft weliswaar de plicht om werk te zoeken. Hij moet daarbij opgevolgd ,maar vooral begeleid worden. Maar de werkzoekende moet binnen een sociale verzekering steeds recht hebben op een uitkering die hem toelaat een menswaardig bestaan te hebben. Dit is nu al onvoldoende het geval. De helft van alle werkzoekenden leeft in armoede. In plaats van verder te beknibbelen op de uitkeringen is een opwaardering van de uitkeringen nodig, minstens tot boven de Europese armoedegrens. En eigenlijk zou een werkzoekende finaal recht moeten hebben op een passende job. Niet de uitkeringen moeten worden beperkt, wel de werkloosheid.

 

Raf De Weerdt

Federaal secretaris ABVV

 

Deze opinie is eerder gepubliceerd op De Tijd