Verhoging sociale minima: "Beleidsmakers, trek de inkomensgrenzen op"

woensdag, 17 Juli 2019
Nieuws

We hebben via sociaal overleg gezorgd voor hogere sociale minima, maar het is nu aan de beleidsmakers, zowel federaal als regionaal, om het werk af te maken.

Om te vermijden dat de verhoging teniet gedaan wordt, moeten zij de inkomensgrenzen en grensbedragen van tal van sociale toepassingen optrekken, zoals de maximumfactuur, het OMNIO-statuut, sociale huisvesting, kinderbijslag…. Dit is nodig om te vermijden dat de verhoging van de uitkeringen gepaard gaat met een verlies aan andere sociale voordelen. Dit vestzak-broekzak effect moet vermeden worden, de mensen moeten effectief meer over houden.

In het voorjaar kwamen vakbonden en werkgeversorganisaties tot een akkoord over de invulling van de zogenaamde welvaartsenveloppe. Die invulling betekent een verhoging van de sociale (minimum)uitkeringen vanaf 1 juli. We vragen beleidsmakers de inkomensgrenzen op te trekken zodat mensen meer overhouden.

Werkloosheid

We wilden inzetten daar waar armoede het grootst is, met name bij de werkloosheidsuitkeringen voor gezinshoofden.

De minimumuitkeringen werkloosheid werden op 1 juli 2019 verhoogd met:

  • 3,5% voor gezinshoofden en bevoorrecht samenwonenden;
  • 2,4% voor alleenstaanden;
  • 2% voor samenwonenden.

Deze verhogingen gelden zowel voor de minima werkloosheid, het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) als inschakelingsuitkeringen. Ook de minimumuitkeringen tijdelijke werkloosheid werden met 3,5 % verhoogd op 1 juli 2019.

Pensioenen

De minimumpensioenen verhoogden op 1 juli met:

  • 2,4% voor onvolledige loopbanen;
  • 1% voor de volledige loopbanen (zij kregen eerder al 0,7% in januari 2018 en maart 2019).

Ook het minimumrecht, dat meer en meer als basis dient voor de pensioenberekening voor gelijkgestelde periodes (werkloosheid 2de en 3de periode, SWT cao 17 en lange loopbanen), wordt verhoogd met 2,4%.

Andere pensioenverhogingen zijn:

  • Optrekking van het vakantiegeld met 7,9% voor alle gepensioneerden;
  • 2% voor de pensioenen die zijn ingegaan in 2014 en 2015;
  • 0,8% voor de uitkeringen die zijn ingegaan vóór 2010 (inhaaloperatie oudste uitkeringen);
  • verhoging van het pensioenbedrag in geval van cumul tussen het overlevingspensioen en een sociale uitkering.

Het loonplafond wordt ook opgetrokken, met meer dan de reële loonevolutie, namelijk 1,7% i.p.v. 1,1%.

Ziekte- en invaliditeit

De minimumuitkeringen verhoogden op 1 juli met:

  • 1% voor gezinshoofden en alleenstaanden;
  • 2,4% voor samenwonenden.

De inhaalpremie, een soort van vakantiegeld voor zieken, wordt opnieuw verhoogd:

  • Na één jaar met gezinslast: +100 euro;
  • Na één jaar zonder gezinslast: +40 euro;
  • Na twee jaar met gezinslast: +105 euro;
  • Na twee jaar zonder gezinslast: +80 euro.

Andere maatregelen:

  • 2% voor zij die ziek zijn geworden in 2013, 2014 en 2015.
  • 0,8% voor zij die ziek zijn geworden vóór 2010 (inhaaloperatie oudste uitkeringen)
  • de hulp van derden voor de zwaarst zorgbehoevenden wordt met 5 % verhoogd
  • optrekking van het berekeningsplafond met 1,1 %

Arbeidsongevallen en beroepsziekten

De minimumuitkeringen werden op 1 juli 2019 verhoogd met 2,4 %. Het berekeningsplafond wordt op 1 januari 2020 verhoogd met 1,1%. De uitkeringen ingegaan in 2013, 2014 en 2015 worden verhoogd met 2%. De uitkeringen ingegaan vóór 2010 worden verhoogd met 0,8% (inhaaloperatie oudste uitkeringen).

Sociale bijstand

Sommige bijstandsuitkeringen, het laatste sociale vangnet, werden in 2018 al verhoogd. Nu zijn volgende (bijkomende) verhogingen voorzien:

Leefloon en inkomensvervangende tegemoetkoming

  • 2% voor alleenstaanden en samenwonenden op 1 juli 2019
  • Extra 1,25% op 1 januari 2020 inclusief voor gezinshoofden

Inkomensgarantie voor ouderen

  • 0,3% op 1 juli 2019
  • 0,9% op 1 januari 2020 er bovenop