Trek de sociale minima op tot boven de armoedegrens

dinsdag, 01 September 2020
Nieuws

Sociale uitkeringen moeten mensen in staat stellen waardig te leven. Trek ze daarom op tot boven de armoedegrens. Dat is nu niet het geval.

Armoede is een allesverzwelgend monster. Ze slaat in veel gezinnen iedere dag opnieuw toe. De COVID-19-pandemie en coronacrisis dreigen nog meer gezinnen en burgers erin mee te sleuren. Ontslagen en toenemende werkloosheid zijn schering en inslag. De strijd tegen armoede, altijd een prioriteit voor het ABVV, is vandaag des te meer een absolute noodzaak.

De laatste jaren steeg het armoedecijfer in België

De afgelopen 10 jaar steeg het armoederisico in België van 14,6% naar 16,4%. Alleen al tussen 2015 (toen bedroeg dit percentage 14,9%) en 2018 (het laatste jaar waarvoor cijfers beschikbaar zijn) is het met 1,5% gestegen. Op drie jaar tijd zijn er zo 170.600 extra mensen in armoede beland.

De cijfers achter deze statistieken zijn nog alarmerender: bijna 1,9 miljoen mensen leven met een risico op armoede. Zij leven in angst om hun huur, de rekeningen, hun gezondheidszorg... niet te kunnen betalen.

De sociale uitkeringen zijn te laag   

Zoals uit onderstaande tabel uit onze sociaal-economische barometer blijkt, ligt de overgrote meerderheid van de sociale minimumuitkeringen momenteel onder de armoedegrens; Die is momenteel vastgesteld op €1.184 per maand voor een alleenstaande.

De sociale uitkeringen optrekken tot boven de armoedegrens: een absolute prioriteit!  

Voor het ABVV moeten sociale uitkeringen burgers en gezinnen absoluut beschermen tegen armoede. Het is daarom van fundamenteel belang om de sociale minimumuitkeringen op te trekken tot boven de armoedegrens.

In dit verband herinneren we eraan dat de regering met N-VA/MR deze doelstelling in haar algemene beleidsverklaring had opgenomen: “Ook tijdens de periode dat men een sociale uitkering geniet, mag niemand uit de boot vallen. De regering verhoogt geleidelijk de minimum sociale zekerheidsuitkeringen en de sociale bijstandsuitkeringen tot het niveau van de Europese armoededrempel.”

Eind 2017 verdween deze belofte echter, net zoals het merendeel van de sociale engagementen. Bovendien besloot dezelfde regering om slechts 60% van de welzijnsenveloppe te gebruiken om de laagste sociale uitkeringen aan te passen.

Het is vandaag hoog tijd dat parlementsleden en politieke partijen hun verantwoordelijkheid nemen. De burgers verwachten van hen dat ze beslissingen nemen die hun levens verbeteren. Het optrekken van de sociale minimumuitkeringen tot boven de armoedegrens mag niet worden gebruikt als onderhandelingsmaterie.

Er moet een politieke consensus zijn om het risico op armoede of sociale uitsluiting, dat 1 op de 5 Belgen treft, te bestrijden. In dit opzicht is het optrekken van de sociale uitkeringen tot boven de armoedegrens een onontbeerlijke maatregel die prioritair moet zijn.