Halftijds pensioen, opgelet 'voor de kat in de zak'

dinsdag, 23 Oktober 2018
Nieuws

Is het een goed idee om met halftijds pensioen te gaan? Het hangt er maar vanaf in welke situatie je je bevindt.

Een nieuwe dag, een nieuw ideeënballonnetje, zo lijkt het soms wel te gaan met de regering-Michel. Minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine (MR) denkt erover na een halftijds pensioen mogelijk te maken voor 60-plussers. Hij zegt hiermee tegemoet te willen komen aan zij die het niet zien zitten om tot hun wettelijke pensioenleeftijd voltijds te blijven werken.

De 60-plussers in kwestie zouden vanaf 2020 halftijds blijven werken en daarnaast ook een half pensioen krijgen. Met de halftijdse baan bouwen ze nog pensioenrechten op, waardoor hun uiteindelijk voltijds pensioen hoger zal uitvallen. De minister zegt dat dit voordeliger is dan een halftijds tijdskrediet eindeloopbaan.

Kat in zak

Op het eerste gezicht lijkt dit geen slecht idee. Maar het is wel opletten geblazen. “Mensen met een lange loopbaan moeten opletten geen kat in een zak te kopen”, zo reageert Raf De Weerdt, federaal secretaris van het ABVV. “Bovendien is door de strenge loopbaanvereisten het halftijds pensioen bijzonder weinig toegankelijk voor vrouwen.

Voor zover we weten zou het halftijds pensioen enkel een optie zijn voor wie aan de loopbaanvereisten voor vervroegd pensioen voldoet. Dit betekent 44 jaar loopbaan voor 60-jarigen, 43 voor 61- of 62-jarigen en 42 voor wie 63 is. De ‘goesting’ of de nood moet groot zijn voor wie na 44 jaar loopbaan nog aan de slag wil blijven (of kán blijven). Bovendien worden in dat geval enkel pensioenrechten opgebouwd voor de deeltijdse baan die de halftijds gepensioneerde nog uitoefent.

Halftijds tijdskrediet eindeloopbaan daarentegen is volledig gelijkgesteld vanaf de leeftijd van 60 jaar. Dit wil zeggen dat de werknemer voltijdse pensioenrechten opbouwt op basis van zijn laatste voltijds loon. Elk jaar telt dus volledig mee.

Wat is dan het voordeligst: halftijds pensioen of tijdskrediet eindeloopbaan?

2 voorbeelden

Stel: An is 63 en verdient 2.000 euro bruto per maand. Ze wil graag overstappen naar halftijds, na een carrière van 42 jaar. Twee jaar halftijds pensioen, tot haar 65ste, zou haar elke maand 52 euro extra opleveren, ten opzichte van halftijds tijdskrediet. Anderzijds zou ze, eens met pensioen, elke maand 27 euro verliezen omdat ze gedurende die twee jaar slechts halftijds pensioenrechten opbouwt.

DUS: uitgaand van de gemiddelde levensverwachting op 65 jaar (nog 17 jaar), betekent halftijds pensioen een totaalverlies van 5.440 euro, ten opzichte van een totale winst van 1.248 euro gedurende 24 maanden.

Stel: Sofie is ook 63, bevindt zich in dezelfde situatie als An, maar heeft een brutoloon van 3.500 euro per maand. Zij zou 47 euro per maand verliezen tijdens haar pensioen. Daar tegenover staat dat ze gedurende twee jaar 472 euro per maand zou winnen als halftijds gepensioneerde in vergelijking met halftijds tijdskrediet.

DUS: uitgaande van dezelfde levensverwachting wordt het pensioenverlies (-9.588 euro) gecompenseerd door de winst van het halftijds pensioen gedurende 24 maanden (+11.328 euro)

Happy few

Het halftijds pensioen staat garant voor een verlies wanneer de werknemer effectief met ‘volledig’ pensioen gaat. Hier tegenover staat een maandelijkse winst gedurende hoogstens enkele jaren. De berekeningen tonen dat het enkel de hoge lonen zijn die voordeel hebben van dit halftijds pensioen. De grens ligt op ongeveer 3.050 euro bruto maandloon. Al wie hieronder zit, is beter af met halftijds tijdskrediet eindeloopbaan.

Voor ons is het duidelijk dat de pensioenminister opnieuw de kaart trekt voor een deel van de werknemers,” zo stelt Raf De Weerdt, “en geen oog heeft voor de werknemers die recht zullen hebben op de laagste pensioenen of de werknemers met een onvolledige loopbaan. Meer en meer profileert hij zich als de minister voor de happy few.