Economisch gezond verstand: haal die koopkracht omhoog

donderdag, 10 Oktober 2019
Nieuws

Wie werkt moet waardig kunnen leven. Dit is een kwestie van rechtvaardigheid. Een koopkrachtige bevolking is het beste schild tegen mogelijk economisch onheil. Dit betekent dat het minimumloon in ons land omhoog moet, naar 14 euro bruto per uur, en dat de werknemers in het algemeen eindelijk weer eens een aanzienlijke loonsverhoging moeten krijgen.

Als we de media mogen geloven, dan zitten er economisch barre tijden aan te komen. Economen waarschuwen voor een recessie. Met de vinger wordt gewezen naar de oplaaiende handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China. De ene slaat de andere om het hoofd met invoerheffingen om de eigen industrie te beschermen. De overzijde reageert dito. Europa staat er middenin en kijkt ernaar. Als het regent in Washington, of sneeuwt in Peking, dan trekken we hier best een beschermende jas uit de kleerkast.

Daarbij komt een mogelijke oververhitting van vooral Amerikaanse aandelenmarkten, die doet denken aan de periode van vóór de financieel-economische implosie van 2007-2008. De geschiedenis leert dat stijgende aandelenkoersen niet per se een teken zijn van economische gezondheid. Doe er nog een sausje van militaire hoogspanning in de Perzische Golf bovenop en de doemdenkers zouden wel eens gelijk kunnen krijgen.

Het is dus belangrijk dat ons land goed voorbereid is op dit economische onweer. Want een koopkrachtige bevolking vormt een belangrijk schild als het zover komt.

Twee elementen zijn hierin cruciaal:

  1. een degelijke interprofessioneel minimumloon van 14 euro bruto per uur of 2.300 euro bruto per maand;
  2. een brede koopkrachtverhoging voor alle werknemers, onder andere door hervorming van de loonnormwet en dus de vakbonden de vrijheid te laten hierover te onderhandelen met de werkgevers.

Sociale zekerheid beschermt ons in geval van tegenslag: bij jobverlies, ziekte of ongeval, enzovoort. Economische zekerheid in de vorm van koopkracht heeft een preventieve functie, in de zin dat het enerzijds economisch onweer afhoudt en anderzijds de bevolking in staat stelt te overleven als de economische storm dan toch het vasteland bereikt.

Preventie tegen economisch onheil

  • Een bescheiden verdiener die een aanzienlijke bruto loonsverhoging krijgt ziet zijn nettoloon bijvoorbeeld gaan van 1.500 naar 1.600 euro netto per maand. Zij spendeert die 100 euro extra zo goed als volledig en onmiddellijk. Deze persoon heeft niet de luxe om te sparen, maar het extra budget maakt misschien wel net het verschil tussen rondkomen of niet rondkomen op het einde van de maand. In tijden waarin politici en economen de mond vol hebben over fameuze ‘terugverdieneffecten’, is het belangrijk te noteren dat die 100 euro direct weer terugvloeit naar de economie in de vorm van consumptie. Het is economisch gezond verstand. Koopkracht voor lage en middeninkomens is een belangrijke pijler voor een duurzame economie.

Het gaat hier wel degelijk om een bruto loonsverhoging. Dit is belangrijk om op lange termijn de financiering van onze sociale zekerheid te garanderen, want iedereen krijgt wel eens met tegenslag te maken (verlies van werk, ziekte of ongeval …).

Iemand die 5.000 euro netto per maand verdient en enkele honderden euro opslag krijgt, zal dat bijkomend budget niet per se iedere maand uitgeven. Het verdwijnt daarentegen op een spaar- of effectenrekening en vloeit dus niet rechtstreeks terug naar de economie. Daarom zijn een aanzienlijke versterking van het minimumloon en een toenemende koopkracht van de brede basis van Belgische werknemers zo belangrijk.

Bescherming tijdens economisch stormweer

  • Hogere minimumlonen en meer koopkracht voor alle werknemers – die onmiddellijk terugvloeit naar de economie – helpt ook om eventueel economisch onweer het hoofd te bieden. Na de vorige grote crisis (2008) draaiden de centrale banken in de Verenigde Staten en later ook in Europa de geldkraan open. De financiële markten werden overspoeld met ‘gratis’ geld – de zogenaamde lage rentevoeten – om de economie aan te wakkeren. Dit heeft voor een stuk gewerkt, al hebben we bijzonder lang moeten wachten op de economische relance en profiteren sommigen meer en anderen aanzienlijk minder van de economische groei.

Helaas is dit instrument niet meer beschikbaar voor wanneer een volgende crisis toeslaat. De rentevoeten staan nog steeds historisch laag en je kan gratis geld immers niet ‘gratisser’ maken om de economie bijkomend te stimuleren. Daarom is het belangrijk het geld meteen in de handen te stoppen van zij die het effectief gaan spenderen. Een brede basis van koopkrachtige burgers – liefst verspreid over Europa – is hiervoor van cruciaal belang.

Topmanagers boeren goed, nu graag ook de rest van de bevolking

  • Ten slotte is een waardig minimumloon, afgezien van de economische voordelen, een kwestie van rechtvaardigheid. Iedereen die werkt moet in staat zijn om rond te komen, met voldoende middelen voor huur, energievoorziening, schoolgaande kinderen, degelijke voeding en voldoende ontspanning of af en toe een vakantie. Of je nu hooggeschoold bent of laaggeschoold, voltijds of deeltijds werkt, in een opkomende sector werkt of in een minder goed betaalde sector … Dit zou geen belang mogen hebben.

Werken voor de kost moet weer lonen. De productiviteit, hetgeen we binnen een bepaalde tijdsspanne produceren, is de afgelopen decennia alsmaar toegenomen. De lonen kenden helaas niet dezelfde evolutie. Topmanagers en aandeelhouders hebben goed geboerd. De aandelenmarkten lijken de crisis van 2008 te zijn vergeten. Politici en economen vinden het normaal dat CEO’s miljoenen euro per jaar binnenrijven. “Want die zijn dat waard”, zo klinkt het dan. Wel, wat zijn gewone werknemers voor hen waard? Zij die de bedrijven doen draaien. Voor ons is dat minstens 14 euro bruto per uur of 2.300 euro bruto per maand.

Zij die het geld effectief gaan uitgeven als ze het in de hand krijgen, zouden weleens de beste preventie kunnen zijn tegen economisch stormweer, of de beste beschermende jas als de storm uiteindelijk onafwendbaar onze kusten bereikt.