Het jaarverslag van de Nationale Bank onder de loep

donderdag, 27 Februari 2020
Nieuws

Halfweg februari was het zover: het jaarverslag van de Nationale Bank werd gepubliceerd. In dat jaarverslag publiceert de NBB de economische en financiële ontwikkelingen van het voorbije jaar. De groei vertraagt en het begrotingstekort loopt op, maar de aanpak die de NBB voorstelt is ontoereikend.

De stand van ons land: zo valt het jaarverslag samen te vatten. Verschillende aspecten en elementen komen uitvoerig aan bod: duurzaamheid, competitiviteit, tewerkstelling, koopkracht. Het jaarverslag kijkt ook naar internationale en Europese ontwikkelingen. Het verslag bevat een reeks aanbevelingen. Enkelen zijn positief, maar toch zijn er ook die ruim onvoldoende zijn.

Het ABVV zit momenteel niet in de Regentenraad. Mocht dat wel het geval zijn, dan hadden we het jaarverslag niet goedgekeurd. En dat heeft zo haar redenen.

Wat zijn de vaststellingen?

Op Europees en internationaal vlak, stelt het jaarverslag vast dat er een krimpende groei is in het Eurogebied. Dat komt onder meer door verschillende handelsbarrières. De handelsspanning tussen de VS en China zorgde er in 2019 voor dat de economische groei in China terugliep tot zijn laagste peil in 30 jaar. Dat heeft effect op Europa, en dus ook op ons land.

Daarnaast hebben we te maken met een lage inflatie ondanks een soepel monetair beleid  van de centrale banken en lage rentes.

In België stelt het jaarverslag een groeivertraging vast. We zitten met een groei van 1,4%. Dat komt onder meer door een geringer belang van de industrie die gevoelig is aan schommelingen op de internationale markten. Het jaarverslag stelt wel een stijging van de werkgelegenheid en een stijgende werkgelegenheidsgraad vast. Dat de werkloosheid daalt is positief, maar er zijn grote regionale verschillen en het arbeidsaanbod blijft ontoereikend.

Daarnaast zegt de Nationale Bank dat de koopkracht is gestegen, maar dat die stijging zich slecht gedeeltelijk vertaalt in meer consumptie. Een andere vaststelling is het oplopende begrotingstekort. Van 0,7% naar 1,7%, en structureel van 1,8% naar 2,4%. Dat is meer dan problematisch. De overheidsschuld daalde wel onder de 100% van het bruto binnenlands product (bbp - de marktwaarde van alle goederen en diensten die op 1 jaar tijd in een land worden geproduceerd).

Wat te doen?

Er zitten enkele positieve aanbevelingen in het jaarverslag. Zo lezen we dat  werkbaar werk “voldoende aandacht moet krijgen”. Dat niet alleen, er moet ook ingezet worden op competenties op de werkvloer zelf met bijzondere aandacht voor moeilijk bereikbare groepen, zoals kortgeschoolden of niet-EU-burgers. Met discriminatie moet komaf gemaakt worden.

Daarnaast lezen we graag dat het jaarverslag ook belang hecht aan klimaattransitie en overheidsinvesteringen. Langs de neus weg wordt tenslotte toegegeven dat “de belastinghervormingen van de afgelopen jaren, ook al was het de bedoeling dat die budgettair neutraal zouden zijn, onvoldoende gefinancierd waren”.

De voor ons minder positieve aanbevelingen, zijn bijv. dat de NBB halsstarrig blijft vasthouden aan de loonnormwet. Voor het ABVV is het overduidelijk: hervorm die rigide loonnormwet en herstel de vrije loononderhandelingen. Zo vinden de lonen opnieuw aansluiting bij een toename van de productiviteit.

De NBB voert ook een aanval uit op de anciënniteitsverloning, onder een misplaatst mom dat het ‘de werkgelegenheidskansen van oudere mensen vermindert en hun positie op de arbeidsmarkt verzwakt.’

Men zwijgt zedig over rechtvaardige fiscaliteit. Het is nochtans een van de sleutels om het begrotingstekort binnen de perken te houden. Om dat begrotingstekort aan te pakken, focust de NBB foutief op overheidsdiensten en sociale uitgaven. “Aan de uitgavenzijde moet werk worden gemaakt van een efficiënter overheidsoptreden”. “Er zit dan ook weinig anders op dan de sociale uitgaven in de hand te houden door met name te blijven inzetten op activering en loopbaanverlenging”.

Tot slot is er bij de aanbevelingen geen ruimte voorzien voor een stimulerend begrotingsbeleid en is er enkel een uiterst voorzichtige opening om strategische overheidsinvesteringen buiten de begroting te houden. Om voldoende te investeren in infrastructuur, klimaattransitie en productiviteit, moet alle heil dus komen van de private sector.

Kort samengevat

Het verslag van de Nationale Bank leest als een verdediging van het gevoerde beleid van de rechts-conservatieve regering-Michel. Het is als het ware een pleidooi om dat neoliberale beleid van besparen en matigen verder te zetten, wat ingaat tegen de adviezen en bevindingen van heel wat economen en denktanks.